STAMREEKS FAMILIE KAPPETEIN

Isak Jacobsz Captein (IVb)

 


Van dit echtpaar, woonende onder Strijen dichte bij Maesdam, vonden wij een testament d.d. 24.9.1712
(15) , waarin Aeri Jacobsz Capijtijn, sijn testateurs broeder (zieIVc) tot voogd wordt benoemd. Aan elk der vier kinderen wordt een legitieme portie van een hondert gul. Toegewezen. In de akte van boedelscheiding na het overlijden van de vrouw d.d. 1.2.1772 (*14) worden de echtgenoten van de getrouwde dochters met name genoemd.
Uit de inventaris citeren wij o.m. een swarte merry, out omtrent twee jaar voor een somme van 53 gul., een bruijne blesse merry afftants voor 66 gul., een swartgrauwe koe van omtrent 10 a 9 kalveren voor 40 gul., noch een swartgrauwe van haar tweede kalff voor 50 gul., een grijze koe van 8 a 9 calveren voor 42 gul., ... noch een beslage wage met sijn tuijgh voor 25 gul, alsmede twee bedden met sijn toebehooren, coper, tin, kassen (kasten) en kisten, linnen en wollen, behalve ten lijve van den comparant (= de weduwnaar) is behoorende, voorts alle hetgene dat tot de huijshouding behoort niets uijtgesondert ende dit alles voor eensomme van sestigh gul. Bedragende alle het getranspoteerde een somme van drie hondert negen en tachtig guld. Deze akte werd o.m. ondertekend door Isaack Jacobsz Kapitijn (IVb) en diens zoon Jan Isaakse Capiteijn (IVb.4), waarbij twee sterk van elkaar verschillende schrijfwijzen van de familienaam werden gebezigd.

 

15) idem, idem, no.7657.